I N H O U D

Applet

Met onderstaande sliders kun je berekenen welk effect de verschillende manieren van loonsverhoging hebben op de inkomens per inkomensgroep en op de totale loonsom.

De eerste inkomensgroep betreft de mensen die gemiddeld zo'n „ 10.000,- per maand verdienen. De tweede groep verdiende zo'n „ 3.000,- per maand en de derde groep „ 1.000,-.
Uitgaande van een beroepsbevolking van ongeveer 6 miljoen mensen bestaat de eerste groep uit ± 50.000 mensen de tweede uit ± 1 miljoen en de derde groep uit 5 miljoen mensen.

Je moet echter wel rekening houden met de loonruimte die er is. De loonruimte is afhankelijk van de groei van de productie is een jaar. Lees de groei van het nationale product.
Je moet dus uitgaan van een vast bedrag dat in een jaar aan loonsverhoging gegeven kan worden. 

Als gegeven zou je uit kunnen gaan van een totale verhoging van ongeveer 1 miljard gulden voor alle inkomensgroepen tezamen. 

Probeer uit te zoeken wat volgens jou de meest eerlijke verdeling is.

Rik Min/PRIJ - Koopkracht Bekijk eerst filmpje 1 t/m 5. Controleer vervolgens wat de financiėle consequenties zijn van wat de werkgever en de vakbondsman zeggen.

Let op de sliders werken in procenten. De absolute waarden zie je uiterst rechts van de betreffende slider staan.

De hogere klasse
% - aantal (N1): [personen]
% - maandsalaris (p1): [gulden]
De middenklasse
% - aantal (N2): [personen]
% - maandsalaris (p2): [gulden]
De lagere klasse
% - aantal (N3): [personen]
% - maandsalaris (p3): [gulden]

Hoog: Midden: Laag: [gulden]

Totaal: [gulden] [miljard]

Enschede, januari 2002  

 

      Vragen of opmerkingen kun je richten aan onze Webmaster .
      © Copyright 2001 PRIJ - TO Universiteit Twente. All rights reserved.